Door: Jos Smit
Plastic afval is een van de grote problemen van onze tijd. Volgens de VN Environmental Programme komt er wereldwijd per jaar 300 miljoen ton plastic afval bij. Micro-organismes, zoals bacteriën, die plastic kunnen afbreken zijn een mogelijke oplossing voor het probleem. Jo-Anne Verschoor, promovenda aan de Universiteit van Leiden, doet onderzoek naar deze microscopische beestjes. Zijn onze zorgen over plastic afval straks verleden tijd?
Volgens Verschoor is het lastig te voorspellen hoe lang het gaat duren voordat micro-organismes op grote schaal worden ingezet om plastics af te breken. “Het zal tussen de 10 en 40 jaar liggen, ik denk dat dit de beste gok is. De vraag is hoe snel de ontdekkingen gaan en hoe deze efficiënt kunnen worden toegepast. Ook is belangrijk hoe snel de huidige recyclemethodes verbeteren. Ik denk niet dat het een strijd of een wapenwedloop is, het moet een samenwerking zijn. Zo ontstaat een ideale methode, waarvoor beide nodig zijn.”
Verschoor benadrukt dat een oplossing voor het afvalprobleem niet van één technologische doorbraak zal komen. “Het hangt van heel veel factoren af hoe lang het gaat duren, niet alleen van de limiet van bacteriën en enzymen. Het gaat dan ook bijvoorbeeld over het scheiden van plastics. Het is een heel breed spectrum waarin dingen moeten veranderen willen we dit snel en efficiënt kunnen implementeren.”
Verschoor ziet het ontwikkelen van plastic dat van andere grondstoffen wordt gemaakt dan van olie als een belangrijk deel van de oplossing. “Er wordt heel veel ingezet op ‘bio-based’ producten. Daarbij wordt niet meer petroleum gebruikt maar afval uit de landbouw. Dat is een belangrijke ontwikkeling, maar bio-based plastics zijn niet altijd makkelijk afbreekbaar. Je kan iets heel snel iets biologisch afbreekbaar noemen terwijl het eigenlijk niet echt zo is. Soms betekent het dat het in microplastics uit elkaar valt, soms in CO2. Het is heel erg wisselend op dat gebied. Nieuwe materialen zijn belangrijk, investeren in goede recycling- en sorteermethodes ook.”